Vraag en antwoord
De toedeling van kosten aan de vier categorieën vindt stapsgewijs plaats:
- Rechtstreekse kostentoerekening (blijft ongewijzigd ten opzichte van de huidige wetgeving).
- Solidariteitsbeginsel (ongewijzigd).
- Profijtbeginsel (gewijzigd; niet meer op basis van economische waarde, maar o.b.v. gebiedskenmerken) .
- Tariefdifferentiatie (lichte wijziging ten opzichte van de huidige wetgeving).
Het belastingstelsel voor de waterschappen is in 2009 voor het laatst grondig veranderd. Kort na invoering kwam er kritiek vanuit de agrarische sector. In het huidige belastingstelsel worden de kosten vooral verdeeld op basis van waarde: de waarde van grond, gebouwen, wegen, enzovoort. Dit vormde een knelpunt bij de watersysteemheffing, die de kosten van waterveiligheid, voldoende en schoon oppervlaktewater dekt.
De hoge waarde van wegen en spoorwegen had een oneerlijke invloed op de tarieven voor eigenaren van onbebouwde grond. Dit is vooral nadelig voor de landbouwsector.
Een tweede knelpunt bij de watersysteemheffing is het gelijk verdelen van de lasten voor woningen en niet-woningen (zoals winkels, kantoren en fabrieken). Hiervoor wordt in de huidige situatie hetzelfde tarief gebruikt, terwijl de WOZ-waarden van woningen zich anders ontwikkelen dan die van niet-woningen.
Verbetering van de waterkwaliteit:
- Delfland investeert extra geld om de kwaliteit van het oppervlaktewater te verbeteren. Dit is een prioriteit voor de bestuursperiode 2023-2027
Aanpassing aan klimaatverandering:
- Er wordt aandacht besteed aan het aanpassen van het gebied aan extremere weersomstandigheden, zoals hevige regenval en droogte
Waterzuiveringsinstallaties:
- Delfland reserveert geld voor investeringen in waterzuiveringsinstallaties om te voldoen aan strengere Europese normen voor stedelijk afvalwater
Onderhoud en beheer van watersystemen:
- Het geld wordt gebruikt voor het beheer en onderhoud van watersystemen om ervoor te zorgen dat het gebied veilig en leefbaar blijft.
Deze investeringen helpen Delfland om zowel huidige als toekomstige uitdagingen aan te pakken en zorgen ervoor dat het gebied veilig en prettig blijft voor de inwoners.
Er zijn binnen het oorspronkelijke belastingstelsel meerdere pogingen gedaan om de knelpunten in de wet aan te passen, maar deze liepen steeds vast. Het aanpassen van een wet moet zorgvuldig gebeuren. Door ervoor te kiezen om een vernieuwing van het belastingstelsel te maken, is het nu gelukt om de knelpunten op te lossen.
Deze aanpassing in het belastingstelsel helpt de waterschappen bij het realiseren van de opgaven waar Nederland voor staat. Veilige dijken en voldoende en schoon oppervlaktewater zijn zo belangrijk dat altijd voldoende geld beschikbaar moet zijn voor het waterbeheer. Waterschappen heffen daarom eigen belastingen voor de kosten van hun werk.
Met het oplossen van de knelpunten, wordt een betere toedeling van de kosten bereikt. Verder proberen we in de toepassing van de nieuwe wet de lasten voor alle belastingbetalers gelijk te houden.
Dit leidt tot veranderingen in de watersysteemheffing die de kosten van waterveiligheid, voldoende en schoon oppervlaktewater dekt. De belangrijkste wijzigingen voor Delfland zijn:
- een nieuwe kostentoedelingsmethode op basis van gebiedskenmerken in plaats van onderlinge waardeverhouding. Dit verandert de manier waarop de kosten worden verdeeld over ingezetenen, natuurterreinen, eigenaren van ongebouwde en gebouwde onroerende zaken.
- Een tariefdifferentiatie voor verharde openbare wegen van maximaal 100% (huidig: 400%)
- Aparte tarieven voor woningen en niet-woningen (zoals winkels, kantoren en fabrieken)
Voor de verdeling van de kosten is de regel van belang-betaling-zeggenschap belangrijk. Dit betekent dat mensen die voordeel hebben van het werk van het waterschap, belasting betalen op basis van dat voordeel. Zoals het hebben van droge voeten, gezond water om in te zwemmen en veilige dijken. Ze hebben ook inspraak in het bestuur van het waterschap, afhankelijk van hun belang. De kosten worden verdeeld over verschillende groepen belanghebbenden, afhankelijk van hun totale belang. Voor elke groep wordt een percentage vastgesteld dat aangeeft hoeveel ze moeten bijdragen aan de kosten.
Met de nieuwe wet wordt de toedeling vanaf 2026 voor Delfland als volgt:
- 47% voor ingezetenen.
- 2,43% voor eigenaren van ongebouwde onroerende zaken (geen natuurterreinen).
- 0,01% voor eigenaren van natuurterreinen.
- 50,56% voor eigenaren van gebouwde onroerende zaken.