Nieuwe kostentoedelingsverordening


Het belastingstelsel voor de waterschappen is in 2009 voor het laatst grondig veranderd. Kort na invoering kwam er kritiek vanuit de agrarische sector. Vanaf 1 januari 2026 verandert het belastingstelsel voor de waterschappen. Deze nieuwe wet kijkt naar hoe het gebied is ingericht.

Naar aanleiding van de kritiek vanuit de agrarische sector zijn verschillende pogingen gedaan om de knelpunten in het belastingstelsel op te lossen. In 2019 is op aandringen van de waterschappen een traject gestart een nieuw belastingstelsel te maken dat de knelpunten oplost. Dit leidde tot een wetsvoorstel in december 2020. Na overleg, advies van de Raad van State en goedkeuring door de Tweede Kamer, stemde de Eerste Kamer in februari 2025 ook in met het wetsvoorstel. Deze wet gaat in op 1 januari 2026.

Deze nieuwe verdeling van de kosten wordt geregeld in de kostentoedelingsverordening. Deze ligt vanaf 23 april 2025 ter inzage via www.officielebekendmakingen.nl

Wat gaat er veranderen?

Het veranderen van de kostentoedelingsverordening heeft invloed op de watersysteemheffing die de kosten van waterveiligheid, voldoende en schoon oppervlaktewater dekt. De belangrijkste wijzigingen voor Delfland zijn:

  • Een nieuwe kostentoedelingsmethode op basis van gebiedskenmerken in plaats van onderlinge waardeverhouding. Maar we proberen in de toepassing van de nieuwe wet de lasten voor alle belastingbetalers gelijk te houden.
  • Een tariefdifferentiatie voor verharde openbare wegen van maximaal 100% (huidig: 400%).
  • Aparte tarieven voor woningen en niet-woningen (zoals winkels, kantoren en fabrieken).

Kostentoedeling watersysteembeheer per 1 januari 2026:

De kosten die we maken voor het watersysteembeheer worden toegerekend aan vier categorieën. Deze toerekening wordt geregeld in de kostentoedelingsverordening watersysteemheffingen Delfland. Met de nieuwe wet wordt de toedeling als volgt:

  • 47% voor ingezetenen.
  • 2,43% voor eigenaren van ongebouwde onroerende zaken (geen natuurterreinen).
  • 0,01% voor eigenaren van natuurterreinen.
  • 50,56% voor eigenaren van gebouwde onroerende zaken.