Onderzoek naar oeverbescherming en onderwaterplanten
De oevers van het vlietland in de Zweth bij de Woudse polder breken langzaam af. Dit komt door de golfslag van het vaarverkeer. Om het land te beschermen, is Delfland samen met Natuurmonumenten een onderzoek gestart. We onderzoeken verschillende soorten oeverbescherming, maar ook manieren waarop we onderwaterplanten kunnen aanplanten.
Soorten oeverbescherming
Het drukke vaarverkeer in het kanaal de Zweth zorgt ervoor dat de oevers langzaam afbrokkelen. Om het land te beschermen tegen de kracht van de golven, onderzoeken we verschillende soorten oeverbescherming. Daarbij hebben we de oevers over een lengte van één kilometer natuurvriendelijk ingericht. Want voldoende waternatuur zorgt voor beter water en meer biodiversiteit.
Zes soorten oeverbescherming
In totaal testen we zes soorten oeverbescherming:
- Damwand met wilgentenen
- Damwand met gaten onder water
- Damwand zonder gaten onder water
- Combiwand (combinatie van houtsoorten) met gaten onder water
- Combiwand (planken met takkenbossen) zonder gaten onder water
- Palenrij
- Takkenbossen
- Referentielocatie. Dit is een stuk zonder oeverbescherming, zodat we de verschillende soorten oeverbescherming kunnen vergelijken met een stuk zonder oeverbescherming.
Welke oeverbescherming werkt het best?
Samen met de Radboud Universiteit hebben wij onderzocht welke oeverbeschermende constructie het beste waterbeweging van scheepvaart tegenhoudt. Zo hebben we bijvoorbeeld gekeken naar golfhoogte, waterdynamiek (g-krachten) en stroomsnelheid. Ook letten we op de relatieve lichtintensiteit, doorzicht, temperatuur en het onderwatergeluid. Deze factoren zijn ook bepalend voor de ontwikkeling van waternatuur. Een aantal van deze oeverbeschermende constructies worden inmiddels ook op andere plekken toegepast om natuurvriendelijke overs te beschermen. In de keuze voor constructies zijn ook zaken zoals duurzaamheid, biodiversiteit en levensduur meegenomen. Deze winter worden nieuwe constructies geplaatst, die we vervolgens ook weer gaan onderzoeken. Zo kan Delfland op steeds meer verschillende manieren de waternatuur beschermen!
Aanplanten van onderwaterplanten
Onderwaterplanten vormen een belangrijke leefomgeving voor jonge vissen en waterdiertjes. Bij de aanleg van nieuwe waternatuur zien we dat de ontwikkeling van deze planten meestal langzaam gaat. Dat is jammer, want onderwaterplanten horen bij waternatuur. Daarom zijn wij op deze locatie ook een onderzoek gestart. Hier onderzoeken we de verschillende manieren van aanplanten van onderwaterplanten.
Veel verschillende factoren kunnen invloed hebben op de ontwikkeling van onderwaterplanten. Bijvoorbeeld te veel voedingsstoffen in het water, een beperkt doorzicht of slibvorming. Maar ook bagger, stroming, golfslag, vraat door vogels of kreeften en (maai)beheer kunnen invloed hebben op de ontwikkeling van onderwaterplanten. Achter de oeverbescherming onderzoeken we manieren om onderwaterplanten aan te planten en te beschermen. We doen dit direct in de bodem, met behulp van een mat waarop de planten zijn gekweekt. Ook plaatsen we een kooi erover om vraat te voorkomen.
Zes testvormen aanplanten van waterplanten
Door deze variaties te combineren, komen we op zes verschillende testvormen:
- Planten direct in de bodem
- Planten direct in de bodem met bescherming (graaskorf)
- Blanco (geen planten) met bescherming (graaskorf)
- Referentie
- Planten gekweekt in mat
- Planten gekweekt in mat met bescherming (graaskorf)
Elke variant herhalen we vier keer. In totaal hebben we dus 24 testvlakken. Wat we leren over de verschillende manieren van aanplanten van onderwaterplanten, kunnen we ook gebruiken op andere locaties.
Drie soorten waterplanten om mee te testen
Er is een selectie gemaakt van drie soorten waterplanten. Deze waterplanten komen al voor binnen het beheergebied van Delfland en zijn belangrijk voor de doelstellingen van de Kaderrichtlijn water. Daarbij is rekening gehouden met hoeveel voedsel er in het water zit en hoe troebel het is. Daarnaast hebben we gekozen voor waterplanten die verschillend omgaan met de snelheid van de stroming. Dit zijn glanzig fonteinkruid (Potamogeton lucens), doorgroeid fonteinkruid (Potamogeton perfoliatus) en smalle waterpest (Elodea nuttallii).
Depot voor waterplanten
Vlakbij de onderzoekslocatie ligt een nevengeul. In deze zijtak kweken we verschillende soorten onderwaterplanten. Sommige soorten onderwaterplanten zijn lastig te krijgen. Ook zorgt transport van deze planten voor risico’s als uitdroging en beschadiging. Door te onderzoeken of wij zelf een depot met onderwaterplanten kunnen maken, kunnen we (deels) voorzien in onze eigen behoefte. Hiermee besparen we kosten en werken we duurzamer en circulair.
Voor het depot zijn dezelfde waterplanten gebruikt als bij de vooroevers aangevuld met aarvederkruid (Myriophyllum spicatum). Ook van deze soort verwachten we dat hij zich kan ontwikkelen in het voedselrijke, troebele water van de nevengeul.
Met bijdragen van
Dit project is mogelijk gemaakt door bijdragen vanuit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPRO), Provincie Zuid-Holland en het Hoogheemraadschap van Delfland.