Zorg voor veilig dijken
Weet je wat er met dijken gebeurt als het heel droog is? Ze worden kwetsbaar! Dijken, gemaakt van veen, houden niet van droogte. Het veen krimpt en de dijken kunnen scheuren en zakken. En dat is niet de bedoeling, want die dijken beschermen ons.
De tegendruk van water zorgt ervoor dat die droogtegevoelige dijken in goede conditie blijven. De druk van het water duwt als het ware tegen de dijken aan, waardoor ze stabiel blijven en niet bezwijken. Het juiste waterpeil is dus van groot belang. Maar in tijden van droogte, is voldoende zoet water niet vanzelfsprekend.
Dijkinspecties
Daarom controleren we in het droge seizoen regelmatig onze droogtegevoelige dijken. Dijkinspecteurs en goed getrainde vrijwilligers gaan dan op pad om de dijken nauwkeurig te controleren. Ze kijken of de dijken nog stevig genoeg zijn en of er geen scheuren of verzakkingen zijn.
Alles over droogte vind je hier
Speuren naar scheuren
Cor Looije is Technisch Medewerker bij Hoogheemraadschap van Delfland. Hij weet als geen ander hoe belangrijk het is om dijken goed te controleren. Ben je benieuwd hoe hij dat doet? Lees dan eens dit artikel.
Dijkveiligheid bij droogte
Veenondergrond
Een veendijk is een dijk waarvan de ondergrond uit veen bestaat of een dijk die geheel of gedeeltelijk op een veenondergrond ligt. Deze dijken liggen vaak in gebieden met polders en droogmakerijen. In Delfland is zo’n 200 kilometer aan veendijk. Veendijken zijn gevoelig voor droogte.
Droogtegevoelig
De term ‘veendijk’ gebruiken we liever niet meer. Onze dijken en kades bestaan niet volledig uit veen, maar hebben veen in de ondergrond. We spreken daarom ook over droogtegevoelige dijken.
Scheuren en verzakking
Veen krimpt bij langdurige droogte. Ook wordt het minder zwaar. Daardoor kunnen scheuren en verzakkingen in de dijk ontstaan. Er kan zelfs afschuiving of doorbraak optreden. Delfland doet er uiteraard alles aan om dit te voorkomen. We brengen klei aan om de goede dijkhoogte te houden. Zo kunnen dijken beter tegen verzakkingen of afschuivingen. De kleiafdekking beschermt het veen ook tegen uitdrogen.
Droogte in 2003, 2006, 2011, 2018, 2019 en 2020
De afgelopen 20 jaar hebben we meerdere jaren last gehad van droogte. Sinds 2006 beschikt Delfland daarom over een droogteprotocol voor de waterkeringen, waarin afspraken zijn opgenomen over de bewaking van de droogte. Het protocol is opgenomen in het calamiteitenbestrijdingsplan.
Andere dijken geen problemen
Andere dijken zijn opgebouwd uit onder meer klei en zand. Deze grondsoorten behouden ongeveer hetzelfde gewicht bij droogte. Daarom blijven ze ook bij droogte stabiel genoeg om het water tegen te houden.
Droogtegevoelige dijken (veendijken) in ons gebied liggen vooral in de gemeenten Midden-Delfland, Lansingerland en Pijnacker-Nootdorp. Ze zijn ontstaan door de inpoldering in het laaggelegen deel van Nederland. Toen de polders werden drooggelegd, bleef langs de rand van de polder het veen over.
Onderhoud
Delfland voert klein en groot onderhoud uit. Ook worden soms spoedeisende werkzaamheden gedaan. Bijvoorbeeld door meldingen of inspecties. Denk aan het repareren van lekkages en kleine verzakkingen. Delfland grijpt in als de dijk ontoelaatbare scheuren en verzakkingen vertoond, waarbij kans is op een afschuiving van de dijk of zelfs een dijkdoorbraak. De droogtescheuren worden dan opgevuld kleikorrels en grond. Bij verzakking wordt de dijk versterkt.
Controles
In extreem droge perioden voert Delfland gericht controles uit bij droogtegevoelige dijken. Alle droogtegevoelige dijken worden geïnspecteerd. Die liggen vooral in de gemeenten Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp en Lansingerland. Ze worden dan elke twee weken bekeken. Als het langdurig droog is worden alle droogtegevoelige dijken wekelijks geïnspecteerd. Tijdens de inspecties wordt gelet op verzakkingen in de dijk, scheuren, lekkage en uitstulpingen.
Handmatige reparaties
De scheuren die in de dijken worden aangetroffen zijn vaak kronkelig. Dan is het lastig ze machinaal uit te graven. Met een schep en gieter kan dit veel preciezer. Het materieel dat we gebruiken is afhankelijk van de bereikbaarheid, de conditie van de dijk en welk materiaal beschikbaar is. Het natmaken van grond en klei doen we op verschillende manieren. Bijvoorbeeld met een watertank of als dat niet mogelijk is, met een gieter met water uit de sloot of vaart.
Lange hersteltijd
Eén regenbui is niet voldoende voor droogtegevoelige dijken/veendijken om na lange droogte te herstellen. 'Uitgedroogd' veen neemt bij regen nauwelijks water op. Het gewicht van veen neemt maar langzaam toe. Het duurt maanden voor het veen weer verzadigd is met water en zijn oorspronkelijke gewicht terug heeft. Ook verdroogde klei heeft maanden nodig om het tekort in de bodem weer aan te vullen.
Besproeien van de dijk
Door het besproeien van de veendijk kan verdere uitdroging worden voorkomen, zodat er geen scheuren komen. Dit doen we alleen bij veendijken. Bij droogtegevoelige dijken waar het veen is afgedekt met een dikke kleilaag is het besproeien van de dijk niet effectief. Droogtegevoelige kleidijken worden daarom niet besproeid.