Vervroegd van winterpeil naar zomerpeil: Delfland bereidt zich voor op droogte

Februari en maart uitzonderlijk droog

Maart was de droogste maand ooit gemeten. Afgelopen maand viel slechts 9 millimeter regen in Nederland, terwijl dat normaal gesproken 53 millimeter is. Ook de maand februari was erg droog: 28 millimeter regen in plaats van de gemiddelde 58 millimeter.

De regen van zondag en de voorspelde neerslag voor deze week zijn niet voldoende om de de huidige droogte te keren. Ook staan de Rijn en Maas erg laag, wat invloed heeft op onze sloten en vaarten. Deze lage stand van de rivieren komt doordat in Zwitserland dit jaar weinig sneeuw is gevallen en de Bodensee en de stuwmeren minder water bevatten dan normaal.

Of we last krijgen van echte droogte, hangt af van de hoeveelheid water die via de grote rivieren komt, de regenval en de verdamping. De natuur begint nu tot bloei te komen. Maar omdat het nog redelijk koud is, verdampt er nu nog weinig water via planten. Wanneer de temperatuur stijgt, zal de verdamping toenemen.

Water aanvoer van buiten

Het meest zorgelijke gevolg van droogte en laag waterpeil is de instroom van zoutwater. Deze verzilting kan leiden tot onherstelbare schade aan de natuur. Daarom voert Delfland in droge tijden extra zoet water aan, uit het Brielse Meer in het zuiden van ons gebied. In het noorden, maalt het gemaal Dolk in Leidschendam 400 liter per seconde zoet water uit de Vliet naar ons gebied.

Delfland blijft dus werken aan een goede zoetwatervoorziening, maar het is mogelijk dat er periodes komen waarin er niet genoeg zoetwater is. Dan moet de landelijke verdringingsreeks worden toegepast. Dit kan betekenen dat Delfland maatregelen moet nemen, zoals schutbeperkingen of volledige stremming voor scheepvaart.

Het juiste waterpeil

Het waterpeil is het niveau van het water in sloten, vaarten, kanalen en meren. Dat waterpeil is niet overal even hoog. Delfland bepaalt het juiste waterpeil van een gebied op basis van de functie, bodem en hoogteligging. Dit wordt vastgelegd in een peilbesluit. Bijna alle gebieden worden voor meerdere doelen gebruikt: De boer wil in de winter een laag peil, omdat er op het land gewerkt wordt. Natuurorganisaties willen juist een hoog peil, want dat is goed voor veel planten en dieren. Hiervoor stelt Delfland op sommige plekken speciaal voor vogels broedpeilen in. In steden en dorpen geldt over het algemeen jaarrond hetzelfde waterpeil.

Delfland houdt al deze peilen op het juiste niveau. Daarbij wordt rekening gehouden met verschillende doelen zoals waterkwaliteit, vismigratie en het besparen van energie.

Te veel of te weinig water?

Het op peil houden van het water is een precieze werk. Voor onze peilbeheerders is ieder dag weer de uitdaging: niet te veel water, niet te weinig, maar precies genoeg. Daarbij speelt het weer een belangrijke rol. Onze peilbeheerders in de centrale regelkamer staan dan ook 24 uur per dag in contact met het weerbedrijf Meteogroup voor de weersverwachtingen. Zo weten zij op tijd wanneer er hevige regen op komst is. Dan zetten zij de gemalen alvast aan en laten ze het waterpeil zakken.

Vaker weersextremen

Door klimaatverandering komen weersextremen vaker voor, ook in onze regio. Als het lange tijd droog is, zakt het waterpeil. Tegelijkertijd blijft de vraag naar zoetwater stijgen door meer bedrijven, meer inwoners en ander gebruik van grond- en oppervlaktewater. Hierdoor komt de zoetwatervoorziening onder druk te staan. En dat kan vervelende gevolgen hebben. Sloten kunnen droogvallen met stankoverlast als gevolg en in het ergste geval kunnen dijken instabiel worden, door uitdroging van de grond en afnemende tegendruk van het water.

Lees op Droogte en watertekort - Delfland meer over wat Delfland zoal doet in tijden van droogte.