Op pad met een muskusratbestrijder

12 juli 2024

Muskusratten vormen een risico voor de waterveiligheid en de natuur. De bestrijding van muskus- en beverratten is een wettelijke taak van de waterschappen. In 2019 hebben alle waterschappen samen besloten om de muskusrat terug te dringen tot de landsgrens. Voor Delfland vangen gespecialiseerde bestrijders van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden deze beesten. Hoe gaan zij te werk? Muskusratbestrijder Marcus Kroos neemt ons een ochtend mee op stap.

Op een dinsdagochtend staan we aan de rand van een polder. Een groot, groen landschap omringd met slootjes ligt voor ons. Hoewel in de verte donkere wolken dreigen, trekken deze gelukkig aan ons voorbij. En dat is uniek in het regen- en stormachtige begin van de maand juni. Marcus biedt ons eerst een bak koffie aan uit een zelf meegebrachte thermoskan. First things first.

“Elk jaargetij is weer anders”, vertelt Marcus. “De winter is eigenlijk de beste periode, met het liefst rond de vijf graden vorst, want dan zijn de sloten bevroren. Muskusratten houden geen winterslaap en zijn actief. In de vacht zitten bubbels, die als luchtbellen onder het ijs zichtbaar blijven. We kunnen ze onder het bevroren water volgen als we over het ijs of langs de waterkant lopen.” Lachend vervolgt hij: “Totdat onze vrienden van Delfland het water laten oplopen.”

Tsjechische graaf

Muskusratten komen van nature niet voor in Nederland, ze zijn hier gekomen door menselijk handelen. Marcus: “Ze komen veel voor in Canada. Het verhaal gaat dat rond 1900 een Tsjechische graaf een muskusrat heeft meegenomen naar Nederland. In eerste instantie voor het bont, maar de pels werd met onze zachtere winters minder vol dan in Noord-Amerika. Hij liet ze los voor de jacht en binnen enkele tientallen jaren bevolkten ze een groot deel van Europa. Ze hebben hier nauwelijks natuurlijke vijanden. Een vrouwtje kan zo’n drie nestjes per jaar krijgen met gemiddeld acht jong. Nou reken maar uit.”

Bedreiging voor dijk en biodiversiteit

De dieren brengen schade aan waterkeringen en oevers, door holen en gangen in de dijken te graven. Ook maken ze nestkommen met uitgebreide ondergrondse gangenstelsels. Zo veroorzaken ze verzakkingen. In het ergste geval kan een dijk of kade doorbreken en een polder onder water lopen. De muskusratten vormen ook een bedreiging voor de biodiversiteit. De dieren staan daarom op de Europese lijst van Invasieve soorten. Ze eten planten als riet weg en verdringen daardoor inheemse diersoorten, zoals de zwarte stern, de roerdomp en de kleine karekiet. Deze vogels leven in het riet, waar ook de muskus- en beverratten hun leefomgeving hebben. Marcus: “Ook boeren zijn niet blij met muskusratten door de gangen en nestkamers die ze graven onder weilanden. De grond wordt steeds zwakker, totdat je er doorheen zakt.”

De koffie is op. De bekertjes bergt Marcus op in zijn bus en we gaan de ronde lopen. Terwijl we langs de sloten lopen, vertelt hij waar hij op let. “Een muskusrat is net als een bever, hij snijdt het riet af met zijn tanden. Is er aan de rand van de sloot een plat stuk gras dan is de kans groot dat daar een muskusrat heeft gezeten, zoals hier.” Marcus gaat in het water staan en duwt met de punt van zijn lieslaars in de kant of hij de ingang van de pijp, de gegraven gang voelt. Nee, niks.

Projectmanager bij een installatietechnisch bedrijf

Terwijl we verder lopen, vertelt hij dat hij dit werk nog niet zo lang doet. “Nog geen jaar. Ik was projectmanager bij een installatietechnisch bedrijf en was uitgekeken op kantoorwerk. Ik wilde graag naar buiten. Als je vroeger aan mij vroeg wat ik wilde worden, zei ik boswachter. Toen las ik een interview met een collega van waterschap de Stichtse Rijnlanden die de overstap maakte van een commerciële kantoorfunctie en muskusratbestrijder was geworden. Ik was meteen om, dit ga ik worden. Na de eerste maanden in het veld te hebben meegelopen, ga ik nu alleen op pad. Op termijn volgt een opleiding vanuit het muskusrattenbeheer. Ik heb de tijd van mijn leven. Ik ben de hele dag buiten. Zelfs van de regen kan ik genieten. Mijn gebied is de Vlaardingse vaart tot en met Maasland en een heel stuk midden Delfland, bijna 1000 km watergang in totaal. Daar hoort ook het centrum van Maasland en Maassluis bij, maar het liefst loop ik in de polder of ik ga met een collega in de kano of de boot het water op. Ik zie welke schade deze beesten aanrichten. Het vangen van muskusratten  is een maatschappelijke taak. Het geeft me toch het gevoel dat ik hier mijn steentje aan bijdraag.”

Appelkooien

De muskusrat bouwt een heel stelsel aan kamers onder de grond, met verschillende nestkamers, maar ook een kamer waar eten wordt opgeslagen. Soms zijn er zo’n 15 tot 20 pijpen, oftewel ingangen. Een heel gangenstelsel in verbinding met kamers, onder de grond. Met klemmen en kooien proberen de bestrijders de muskusratten te vangen. Ze zoeken naar de ingangen onder water en daar worden klemmen geplaatst. Er worden ook kooien gebruikt die ze in de duikers plaatsen. En dan zijn er nog de appelkooien, kooien gevuld met appels en voorzien van klemmen. Muskusratten zijn dol op appels, aangetrokken door deze lekkernij zwemt het dier zo in de val. De ingang is zo gemaakt dat een otter er niet in kan, want dat is een beschermde diersoort.

Verderop heeft Marcus een klem geplaatst, te vergelijken met een muizenval alleen een stuk groter. “Deze zetten we onder water vast in de grond. Ik zet er gemarkeerde pijlen bij, zodat ik precies weet waar ik de klem heb geplaatst. We werken ook met een app met gps, zo weten we waar ze staan. De muskusrat zwemt tegen de pin aan en dan slaat hij dicht. Hij is in één keer dood.”

Terwijl hij dit vertelt, stapt Marcus het water in en in één beweging trekt hij zo een klem, inclusief dode muskusrat omhoog, met tandjes als die van een bever. Het dode beest verdwijnt in de rugzak. “Die gaat naar een bosgebied waar vossen en buizerds zijn en is binnen een dag weg.”

Speurhonden

Terwijl we teruglopen naar de auto vertelt Marcus over de noodzaak van het bestrijden van deze beesten. “Het zou hier echt chaos worden. Ik vang er gemiddeld zo’n 20 per week. Dat geldt ook voor mijn collega’s. Toch stijgt de populatie. We hebben sowieso meer bestrijders nodig. We zijn nu met 17 man, dat moeten er over twee jaar 20 zijn. De laatste tijd wordt ook met speurhonden gewerkt. Het doel is om in 2034 in het binnenland van Nederland geen levensvatbare populatie muskusratten meer te hebben.”

Marcus bergt zijn spullen op. Inmiddels onweert het in de verte, maar het is nog steeds droog. Tijd om door te gaan naar de volgende plek, op zoek naar muskusratten.